E-mail - configureer e-mail logging

Het is mogelijk in Beeyond om logging in te stellen op de emails die vanuit de applicatie verzonden worden. Dat maakt het onder andere mogelijk om de verzonden emails terug te bekijken. Daarnaast kan bekeken worden welke medewerker de mail verzonden heeft, en wie de ontvanger is. 



De volgende stappen dienen uitgevoerd te worden om het loggen van de gegevens in te schakelen:

  • Stap 1: Maak een sub-entiteit aan.
    Hierin wordt o.a. vastgelegd of het verzenden gelukt is, wie de ontvanger van de mail is, en wat de inhoudt hiervan is.

  • Stap 2: Maak een hoofd-entiteit aan.
    Hierin wordt o.a. de afzender van de mail vastgelegd.

  • Stap 3: Configureer de email logging.
    Stel hier de mapping in van de gegevens naar de juiste attributen in Beeyond.

  • Stap 4: Zichtbaar maken van e-mail logging voor eindgebruiker.
    Stel hier de mapping in van de gegevens naar de juiste attributen in Beeyond





Stap 1: Aanmaken sub-entiteit

Ga naar Blauwdrukken, Entiteit definities, en klik dan op het icoontje 'Toevoegen' om een nieuwe entiteit aan te maken.

Vul vervolgens de minimaal verplichte velden in om de entiteit op te mogen slaan. Dit zijn: EntiteitID, Naam, Primaire sleutel en Weergave naam. Zie als voorbeeld onderstaande afbeelding:



Maak de onderstaande attributen aan in deze entiteit:



ID

Naam

Attribuut type

Toelichting

ID

Naam

Attribuut type

Toelichting

MAILJOB_R_ID

ID

Automatisch ophogend

Uniek opeenvolgend nummer voor printopdrachtregels.

Start nummer: 1

MAILJOB_R_SEND_SUCCESS

Email verzenden gelukt

Boolean



MAILJOB_R_RECIPIENT_MAIL

Email ontvanger

String



MAILJOB_R_SUBJECT

Email onderwerp

String



MAILJOB_R_CONTENT

Email inhoud

HTML





Ga vervolgens naar het tabblad 'Attribuut Groepen' en maak hierin de volgende groep aan:

Ga vervolgens naar het tabblad 'Attribuut Groepen' en open de groep RELATIONS.

Zorg ervoor dat het attribuut 'Mailopdracht' onder het kopje 'Gekoppelde Attributen' wordt toegevoegd. Dit kan door te dubbelklikken, of via de pijltjes. Hierdoor wordt bepaald dat in de printopdrachtregels de printopdracht zichtbaar worden. Dit is een 1-n relatie, en kunnen dus meerdere printopdrachtregels zijn. Let op dat deze stap pas genomen kan worden zodra de hoofdentiteit MAILJOB is aangemaakt.



Stap 2: Aanmaken hoofd-entiteit

Ga wederom naar Blauwdrukken, Entiteit definities, en klik dan op het icoontje 'Toevoegen' om een nieuwe entiteit aan te maken.

Vul vervolgens de minimaal verplichte velden in om de entiteit op te mogen slaan. Dit zijn de velden met het rode sterretje (EntiteitID, Naam, Primaire sleutel en Weergave naam).



Maak de volgende attributen aan in deze entiteit:

ID

Naam

Attribuut type

Toelichting

ID

Naam

Attribuut type

Toelichting

MAILJOB_ID

ID

Automatisch ophogend

Uniek opeenvolgend nummer in de database voor de printopdracht.

Startnummer: 1

MAILJOB_MAILJOB_ID

Emailtaak ID

String



MAILJOB_USERNAME

Gebruikersnaam

String



MAILJOB_USERGROUP

Gebruikersgroep

String



MAILJOB_SENDERMAIL

Email afzender

String



MAILJOB_TEMPLATE_ID

Email template ID

String



MAILJOB_MAILJOB_R

Mailopdracht regels

Relatie

Via dit veld wordt de relatie gelegd naar de sub-entiteit welke in stap 1 reeds is gedefinieerd: Mailopdracht regels



Ga vervolgens naar het tabblad 'Attribuut Groepen' en open de groep RELATIONS.

Zorg ervoor dat het attribuut 'Mailopdracht regels' onder het kopje 'Gekoppelde Attributen' wordt toegevoegd. Dit kan door te dubbelklikken, of via de pijltjes. Hierdoor wordt bepaald dat in de printopdracht de printopdrachtregels zichtbaar worden. Dit is een 1-n relatie, en kunnen dus meerdere printopdrachtregels zijn. 



Ga vervolgens wederom naar het tabblad 'Attribuut Groepen' en maak onderstaande attribuutgroep aan:



Stap 3: Configureren mail logging

Stap 3 betreft het linken van de gegevens aan de juiste attributen, zodat alle informatie in de gewenste velden (aangemaakt in stap 1 en 2) wordt opgeslagen. Ga hiervoor naar Configuratie, Configureer mail logging. Let op: dit kan alleen uitgevoerd kan worden door gebruikers welke lid zijn van de gebruikersgroep 'administrators'.



Stap 4: Zichtbaar maken van e-mail logging in de juiste entiteit

De laatste stap is het leggen van een relatie tussen de gewenste entiteit waarin de mails zichtbaar dienen te zijn en de mailopdracht of mailopdracht regels. In dit voorbeeld is de entiteit klant aanwezig, waaraan meerdere contactpersonen gekoppeld kunnen zijn via een 1-n relatie. Op de entiteit 'Klant' gaan we nu een relatie leggen naar de entiteit 'Mailopdracht regels' zodat op klantniveau direct zichtbaar is welke e-mails verzonden zijn, aan wie, en wat de inhoud van de mails betreft. Ga hiervoor in de blauwdruk naar de entiteit 'Klant' en voeg een attribuut van het type relatie toe, met een relatie naar de entiteit 'Mailopdracht regels'.

CUSTOMER_MAILJOB_R
Mail log

Ga dan in deze entiteit naar het tabblad Attribuut Groepen en voeg aan de attribuutgroep 'RELATIONS' de relatie met mailopdracht regels toe.

GroupID

GroupName

FE

TT

AttributeID

Lotus Notes Naam

AttributeName

NL

AttributeName

EN

AttributeName

DE

Voorbeeld waarde

Type / Length

Koppeling

Opmerking

GroupID

GroupName

FE

TT

AttributeID

Lotus Notes Naam

AttributeName

NL

AttributeName

EN

AttributeName

DE

Voorbeeld waarde

Type / Length

Koppeling

Opmerking